Een gerede kans

Vannacht ontmoette ik in een droom een wat oudere vrouw die leek op een lerares die ik vroeger had. Ze stond op een brug die twee landen waar het altijd sneeuwde met elkaar verbond. Ze groette me minzaam en viel gelijk met de deur in huis. Haar fysiotherapeut, Rutger, had mijn columnboek Ongearticuleerd gorgelen gelezen maar er niet bijster veel aan gevonden. Hij moest wel een paar keer lachen maar dat was meer per ongeluk geweest, zoals je een oprisping kunt hebben wanneer je te snel gegeten hebt. 
‘Jammer,’ zei ik naar waarheid. ‘Misschien is het niet zijn genre?’
‘Rutger houdt van oorlogsboeken,’ antwoordde de vrouw beslist. Ze ging er vanzelf wat rechter door staan.
‘Hij kent alle oorlogen uit zijn hoofd.’
‘Zo,zo,’ zei ik bewonderend, ‘alle oorlogen. Toe maar.’
We hoorden een luide krak. Achter ons stond een huis op instorten. De vrouw boog zich naar me toe.
‘Dat huis is te redden, weet je,’ sprak ze geheimzinnig. ‘In het midden van de voorpui zit een  ingemetselde kies. Die kies heeft in het midden een zwart, rot gat. Dat gat staat in verbinding met alle landen ter wereld. Jij moet de kies uithakken, wachten tot de zon op het juiste punt staat, voor het huis gaan staan en wijzen. Strak wijzen, niet van dat slappe. Als het goed is richt de zon haar stralen dan via jouw vinger dat zwarte gat in.’
Okay,’ antwoordde ik, ‘ik zal erover denken. Wat gebeurt er eigenlijk als ik dat doe?’
‘Dan is er een kans,’ zei de vrouw terwijl ze aanstalten maakte om weg te lopen. ‘Een gerede kans.’ 

Reacties