Het nieuwe uitgeven
Waarom wil iemand schrijver worden? Vanuit een zucht
naar romantiek, weltschmerz, idealen? Of, zoals in mijn geval, omdat je voor de
rest niks kan, je op je veertiende al Jezus in de wolken zag en je toch íets
moet met zo’n visioen. Rijk worden is zelden een reden. Logisch, Nederland kent
slechts een handjevol schrijvers die na uitgave van hun boek met uitdijende
portemonnees rondlopen. De rest stelt zich over het algemeen tevreden met een
armetierig bestaan. Ooit zullen zij het boek schrijven waar de wereld op wacht.
Tot die tijd houdt men zich in leven door in plaatsen als Doetinchem wat voor
te lezen voor een handjevol mensen op leeftijd die de voortkruiende tijd doden
met een schrijver. Soms zit er een jongeling in de zaal met glanzende ogen. Op
een dag zal hij schrijver zijn. Aan geld denkt hij niet.
Uitgevers denken anders. Een schrijver moet geld
opleveren. Een schrijver zonder bestsellerpotentie is een schrijver zonder
boek. Er schijnen redacteurs rond te lopen die undercover speuren naar auteurs
met de juiste kenmerken. Er is onlangs een clubje op de hei gesignaleerd die
voor manshoge foto’s van schrijvers als Kluun, Herman Koch en Heleen van Rooyen
stonden. Billboards van onbekende schrijvers werden er tussen geplaatst waarna
de verschillen of overeenkomsten met de bestsellerkanonnen grondig werden
besproken. Afvallers werden regelmatig achter een struik teruggevonden door
wandelaars die er vanaf dat moment voor de rest van hun leven een raadsel bij
hadden.
Aangezien ik twee dichtbundels heb gepubliceerd waar
ik soms mee door het land trek mag ik mijzelf dichter noemen. Het klinkt wat
armzalig maar men moet iets zijn. Ik kan er net van leven, mijn dochter en kat
van voeden en ben best tevreden zo.
Een paar jaar geleden zaten mijn (inmiddels ex) partner en ik midden
in een heftig verhaal. Ik besloot dat verhaal te gebruiken voor een boek.
Aangezien al dat waargebeurde me teveel was, veranderde ik hier en daar wat
zaken en noemde het een roman. Ik ben tenslotte uitvoerend fantast. Zonder
verzinnen is schrijven geen zak aan. Ik stuurde het naar mijn uitgever, die
enthousiast reageerde en met mij aan de slag ging. Na een jaar hard werken was
het af. De stemming was feestelijk, ik tekende een contract, er werd zelfs
gesproken over mediatraining, kortom, ik was glansrijk door de bestsellertest gekomen.
Ik was dan ook veel uitgeversborrels afgegaan, iets wat voor mij geen sinecure
is. Bij teveel prikkels kan het zomaar gebeuren dat ik Onze Lieve Heer in een
stoeptegel zie verschijnen. Er werd nog wat gesteggeld om de titel, want ook
die moest bestsellerproof zijn. Mijn Aangeschoten wild was dat
niet. Vergetelheidsvrouwen ook niet. Heldin op afroep, zo
moest het gaan heten. Ik staarde bleek in mijn mailbox.
Ondertussen wachtte ik
op de drukproef, die, zo werd mij beloofd, snel zou komen. Er kwam een hippe
fotograaf langs, ik kreeg twee glanzende pagina’s in de prospectus en psychiater/
schrijver Bram Bakker was zo vriendelijk een wervingsstukje voor mij te willen
schrijven. Ik kwam in contact met een editor van een grote uitgeverij in Londen
die benieuwd was naar het boek. Crossroads, de verslavingskliniek van Eric
Clapton op Antigua, komt er namelijk prominent in voor, waar een collega van hem had gezeten. Er was
een documentairemaker bezig met een docu over Gerry Rafferty.
Het bleek dat mijn toenmalige partner één van de laatsten was die de muzikant kort voor zijn dood had gesproken, muziek met hem had gemaakt en of hij dat gedeelte uit het boek t.z.t voor de camera wilde voorlezen? Kortom,
ik was voor iemand die niet graag buiten komt leuk bezig. Bij de uitgeverij
leek men ook tevreden en tijdens borrels kwam men enthousiast op mij af. Ik was
toch degene met dat veelbelovende boek? Met een suizend gemoed reed ik na zo’n
avond weer naar huis. Dat zou wat gaan worden. Als mijn zenuwen het maar
hielden, ik niet binnenkort een bedevaartsoord in de tuin van mijn nederige
huurwoning zou kunnen uitbaten vanwege alle religieuze verschijningen die zich
zouden openbaren.
Weken, maanden gingen voorbij. De uitgeverij was druk
met fuseren, we kregen een brief, geen zorgen, alles kwam goed. Wij zouden
beter begeleid worden dan ooit, de wereld was te klein (of was het nou te
groot?) en we zouden allemaal gelukkig worden. Er kwam ook een uitnodiging.
Voor een debutantenborrel. Ik voelde verwarring, zat tenslotte al vijf jaar bij
deze uitgeverij, hoe lang bleef men debutant?
De dag dat mijn PR-campagne zou worden uitgestippeld, ergens halverwege maart van dit jaar, kwam dichterbij. Ik was, zoals het een bestesellerauteur in spé betaamt,
begonnen met een boektrailer en regelde heuse ‘PR-dingen’. De dag ervoor werd
de afspraak afgezegd. Ergens ging een belletje rinkelen. Daarna werd ik gebeld
door een onbekende mevrouw, voor een afspraak bij de nieuwe uitgeefpauzin. Of
ik al eens op de uitgeverij was geweest? Zonder mijn antwoord af te wachten
vertelde zij hoe ik er het beste kon komen. ‘U kent de Herengracht?’ Het
belletje werd een scheepshoorn.
Afijn, mijn roman werd afgeblazen. Het moest een autobiografie worden. Dan hadden ‘we’ goud in handen. Ik stamelde dat ik dit niet wilde, dat ik geen zin had de rest van mijn leven een waargebeurd verhaal als een stinkend kadaver achter me aan te slepen en dat het niet in mijn oeuvre paste maar de uitgeefpauzin hield voet bij stuk. Na weken heen en weer mailen en de concessie mijnerzijds er dan maar een autobiografische roman van te maken, hetgeen direct werd verworpen, zat er nog geen millimeter schot in de zaak. Ik moest all the way. Non-fictie. Er zou een bouwlamp op mijn leven worden gezet en elke schuilplek die ik in mijn roman zorgvuldig had ingebouwd zou genadeloos worden dichtgetimmerd.
Ondertussen ging de pauzin op mijn gemoed werken.
Eigenlijk was het best een slecht boek. Het zou alleen nog te redden zijn als
ik er een autobiografie van maakte. Wist ik
trouwens wel hoe rijk ik (we) kon(den) worden met een heus waargebeurd verhaal?
Ik vermoedde dat dit de vileine spelletjes waren waar de LIRA mij voor
gewaarschuwd had toen ik hen om advies vroeg. Ik dacht aan de jongen met de
glanzende ogen in dat zaaltje in Doetinchem. Wist hij wel wat er boven zijn
hoofd hing?
En toen? Toen niks. De VvL (Vereniging van Letterkundigen) liet mij weten regelmatig gebeld te worden door schrijvers die zich schandalig door de uitgeefpauzin behandeld voelden en schakelde een advocaat in. Die adviseerde mij de pauzin enkele (door hem gedicteerde) brieven te sturen over contracten en afspraken waar overigens nooit een antwoord op kwam. Mijn Lieve vrouwen zweven sindsdien als
geesten over het internet. Ze worden nog steeds verwacht bij Bol.com, de AKO, hun finale rustplaats.
Laatst liep ik wat verloren op de hei. Daar vond ik
mijzelf op een billboard achter een struik. De G boven mijn hoofd was vervaagd
zodat het op een promotieposter van de band EELS leek, ware het niet dat ik
zelf op de foto stond. Voor wie het interesseert: Ik leek niet echt.
Het ware tragische is het hilarische. Of omgekeerd natuurlijk.
BeantwoordenVerwijderenEen autobiografisch blog waar een tragikomedie achter schuilt. Ik vraag me af wie de echte verliezer(s) wordt (worden): De lezers die niet bereikt worden; de uitgever die een publicatie mist; of de schrijver die ook haar tweede roman moedeloos ten ruste heeft gelegd? Tijd om de strijd aan te gaan, zorg dat de uitgever de verliezer wordt.
BeantwoordenVerwijderenMooi en eerlijk geschreven, Johanna. Ik hoop dat je boek er toch ooit komt, bij de juiste uitgever! Succes.
BeantwoordenVerwijderenWat prachtig geschreven, ook al is het natuurlijk dramatisch...
BeantwoordenVerwijderenIk ben blij dat ik mijn boek Koningskinderen(non-fictie dat dan weer wel ;-)) uiteindelijk zelf uitgegeven heb.
Ooit gedacht aan zelf publiceren?
BeantwoordenVerwijderenAls eerste mijn complimenten voor je eerlijke maar ook grappige blog. Het is ontluisterend om te lezen hoe er met je (boek) gesold is, maar ik vind het heel knap dat je er geen zuur stuk van hebt gemaakt.
BeantwoordenVerwijderenZitten je rechten nu vast bij de uitgever voor de fictieversie van je roman? Ik kan mij voorstellen dat na het lezen van dit blog, er ook andere uitgevers in geïnteresseerd raken. Schrijven kan. Je.
Dank voor jullie opbeurende reacties en compelementen. En met dat boek gaat het vast goed komen, is het niet linksom dan wel rechtsom.
BeantwoordenVerwijderenIk zie uit naar de e-versie van dit boek en schaf het graag aan. Laat de lezer maar bepalen hoe waardevol jouw boek is. Is dat niet de heerlijkheid van de nieuwe tijd? Geen autoriteit meer nodig, ieder zijn eigen baas?! Ik zie uit naar een vervolg...
BeantwoordenVerwijderenMooi beschreven Johanna, ware content voor een tragikomedie. De uitgever laat een potentiële bestsellerauteur aan haar bekrompen neusje voorbij gaan, indien zij geen last krijgt van een vlaag van voortschreidend inzicht. Ik blijf hopen dat jouw roman op een goede dag nog wordt uitgebracht en in den tussentijd zal ik wederom met immer wederkerend genoegen je dichtbunbdels ter hand nemen. Succes en blijf positief gefocust op je ware, o zo talentvolle, schrijversdromen.
BeantwoordenVerwijderenDank voor jullie reactie, Reina en Bart, dat doet goed. groet, Johanna
BeantwoordenVerwijderenDe uitgeverij is een franchize. De schrijver een filiaalhouder. De lezer een hedonistische consument op zoek naar een 'broodje boek'.
BeantwoordenVerwijderen2012...
Dank voor je relaas.
Graag gedaan Hans, al klinkt 'graag' misschien een beetje vreemd in dit geval.
VerwijderenMooi stuk, Johanna. Met plezier gelezen, ook al zijn we inmiddels een jaar verder. Rare, ongrijpbare wereld, die van schrijvers en uitgevers. Net zoals de echte?
BeantwoordenVerwijderen