Gedicht bij foto voor project 'Dichtlicht'

Voor het project Dichtlicht (gedichten bij portretten van dichters, foto: Lynne Greeneway) schreef ik afgelopen maand bij onderstaande foto het volgende gedicht:


Vang me dan

Ik ben hier niet om mooi te zijn
al draag ik de ketting van mijn oma,
bloedkoraal en Joegoslavisch filigrein,
loodzwaar om mijn nek.

Mijn oma droeg hoedjes met voiles en minnaars,
hoge hakken bij de vleet, ’s nachts als iedereen
sliep plukte ze bloemen uit de tuinen in de buurt,
goot sherry in limonadeflessen.

Ik ben hier niet om naam te dragen, nu bijvoorbeeld
ben ik dichter met een haak door mijn lip,
vannacht was ik pijpkoningin, vanavond
weer moeder met kapucijners in een pan.
(vang me dan)

Mijn haar groeit wild en groter, mijn lippen,
mijn bloem roder, strakgetrokken huid
waar de haak door mijn wang prikt en het
laatste staartje nachtelijk zaad als over een bowlingbaan
langs mijn huig de diepe donkerte in glijdt als ik slik.
(ik wil ‘m vangen, kom terug mijn lief, kom terug)

Ik ben hier niet om wanhopig te zijn,
sterk moet ik zijn, als visvrouwen in het zicht
van de haven, uitgebeten, tanig en leverrauw,
ik draag godverdomme niet voor niks drie kinderen
op mijn nek, boet palingnetten met mijn tong
tussen de tanden.

      Vanuit het open raam komt alweer een nieuwe lente aan
met nog meer bloemen, kinderen, palingen en filigrein.
(ergens buiten loop jij zoekend rond)

      Op een dag vallen wij allen door de mazen van het net.

Johanna Geels (november 2012)


   

Reacties