Uitslag wedstrijd: schrijf je eigen tamponmonoloog

Een bloederige week, dat was het. Na mijn oproep op HP/DeTijd: ‘Schrijf je eigen tamponmonoloog’ werd ik overspoeld met tamponverhalen/gedichten en één foto. Ze waren soms een beetje vies, vaak ontroerend, smeuïg, maar vooral heel eerlijk. Het was lastig om tot een keuze te komen maar met hulp van drie fanatieke lezers (samenstelling: twee vrouwen en één man) is het mij (ons) gelukt er drie te kiezen inclusief een bijdrage die een eervolle vermelding verdient. Gefeliciteerd allen!  (ter info: Ik heb nergens verbeteringen aangebracht of de opmaak veranderd)

De winnaar is: Danja Raven met haar verhaal: ‘Een heel apart gevoel vanbinnen’ Danja schreef  o.a voor Psychologie Magazine en blogt regelmatig over haar reiservaringen.

Over het winnende verhaal: Wij lieten ons niet misleiden door de titel die enigszins gedateerd aandoet en genoten van de vlotte, gedreven stijl waarin Danja onverbloemd en zeer beeldend haar bloederige (bad) trip uit de doeken doet. De toon van het verhaal paste ons inziens zeer wel bij het onderwerp. Danja, gefeliciteerd! Je ontvangt naast eeuwige roem binnenkort mijn dichtbundel Wildberichten en je verhaal zal geplaatst worden op mijn blog, HP/DeTijd online en Period!.

1. Danja Raven: 

Een heel apart gevoel vanbinnen 

Geen flauw idee hoe lang ik naar het wc-papiertje staarde voordat ik begreep wat er aan de hand was. Het stukje toiletpapier dat zojuist nog beschilderd leek met rode waterverf, veranderde langzaam in een bloederige klont papier mâché. Nog niet overtuigd dat dit me echt overkwam, spreidde ik mijn benen en duwde voorzichtig mijn wijs- en middelvinger naar binnen. Met de roodbruine substantie die bleef plakken onder mijn vingernagels was er geen ontkennen meer aan.

Nee, dit is geen situatieschets van mijn eerste menstruatie. Tot dat punt was ik er zelfs van overtuigd dat mijn maandelijks ongemak me nooit meer zo zou shockeren als tijdens die eerste horror ervaring, waarbij ik als dertienjarig meisje midden in de nacht getrakteerd werd op een bloederige onderbroek.

Ongeveer tien jaar later, bevond ik me echter in een gedeelde badkamer in een goedkoop guesthouse in Thailand. De wc-deur ingekerfd met songteksten van the Beatles en de donkere vloertegels bezaaid met vochtige floddertjes gerecycled toiletpapier. Aan de andere kant van de appeltjesgroene badkamermuur zat mijn kersverse Australische minnaar, met wie ik vlak daarvoor een gigantische pure joint rookte in mijn kamer.

Na een gezamenlijke lachkick waren we neergeploft op de bruine lakens van mijn eenpersoonsbed. Of liever gezegd ons eenpersoonsbed; een paar dagen eerder trok hij vanwege geldgebrek met backpack en al bij mij in. Hand in hand staarden we naar de vier muren van onze tijdelijke blokkendoos en iedere verstreken minuut verdwaalde ik dieper in een draaikolk van rood beton. Ik realiseerde me dat ik mijn hand niet meer wist te onderscheiden van de zijne. Dit was geen wiet, dit herkende ik als Salvia.

Salvia Divinorum is ‘een bewustzijnsveranderend kruid dat gebruikt kan worden voor hallucinogene doeleinden of in een genezingsritueel, waarbij men, afhankelijk van de inname, geheel in beslag kan worden genomen door innerlijke beleving en alle realiteits- of identiteitsgevoel tijdelijk verliest.’  

Oeps.

Anyhow - wel of geen Identiteit - ik moest plassen. Het koste me wat ingewikkeld denkwerk, maar vinger voor vinger lukte het me om zijn hand los te laten. En zo kwam het dat ik in het kleine kamertje naast hem, met opgetrokken wenkbrauwen staarde naar een donkerrood toiletpapiertje in mijn ene hand en naar het bloed onder de nagels van mijn andere hand, terwijl ik probeerde te bedenken wat ik normaal gesproken doe in een soortgelijke situatie.

Uiteindelijk drapeerde ik mijn lingerie op het plankje onder de spiegel boven de wastafel, liet mijn jurk over mijn billen zakken, waste mijn handen zonder te begrijpen waar het water eindigde en ik begon en volgde de energiebanen terug naar mijn kamer. Mijn tijdelijke lief zat in lotushouding op het bed. Zijn ogen gesloten. Blij toe, want ik wilde hem geen bloederige bad trip bezorgen. Het lukte me om een tampon te vinden tussen de vreemd uitziende instrumenten in mijn toilettas. Net op tijd wist ik me te herinneren dat het witte staafje zijn nut nog beter dient zonder plastic folietje.

...

Nummer 2 is Lise van Vugt geworden met haar verhaal: ‘Mijn eerste tampon’ Wij waren unaniem geroerd door dit relaas. Lise kreeg het voor elkaar ons mee te nemen in een verhaal dat stilistisch misschien niet helemaal perfect is, maar soms moet dat niet zaligmakend zijn. Dit is een ontwapenend verhaal dat blijft hangen.

2. Lise van Vugt: 

Mijn eerste tampon

Ik was twaalf jaar en sinds kort had ik de menstruatie. Mijn ouders bleven in de zomers altijd in Nederland met als gevolg dat we meestal koude en natte vakanties hadden. Dit jaar niet. Dit jaar mocht ik met een oom en tante van me, die zelf geen kinderen hadden, mee naar Spanje. Ik vond het fantastisch. We verbleven in een caravan op een camping aan de Costa Brava. Alles was fijn, totdat mijn menstruatie zich aankondigde. Nu was het niet meer mogelijk om afkoeling te zoeken in de zee. Ik zat op het strand onder een parasol en voelde me diep ellendig. Een bikinibroekje was natuurlijk ook niet mogelijk. Mijn tante vond het zo sneu voor me en besloot in de plaatselijke supermarkt een doosje tampons voor me te halen. Ik had nog nooit een tampon gezien, laat staan dat ik er een gebruikt had. Aandachtig lazen we de bijsluiter. We, omdat mijn tante zelf ook nog nooit een tampon van dichtbij had gezien. Met veel gestuntel heb ik er een ingebracht, maar het was pijnlijk. Mijn tante kwam tot de conclusie dat ze de verkeerde maat had gekocht. De Spaanse tekst op het doosje had ze niet begrepen. Deze maat tampons was meer voor de gevorderde gebruiker. “Geen paniek.”zei mijn tante. Ze pakte een schaar uit de lade en knipte de tampon doormidden. Ze bekeek het stukje goed en zei: “zo zal hij wel passen.” Vervolgens heb ik met veel moeite het overgebleven stukje ingebracht en tot mijn verbazing zat het prima. Ik had nergens last van en zou die middag heerlijk kunnen gaan zwemmen. Ze gezegd, zo gedaan. Na het zwemmen was het nodig de tampon te wisselen. Enigszins opgelucht dat “het ding”eruit mocht ging naar het toiletgebouw van de camping om het te verwijderen. Tot mijn schrik was er nergens een touwtje te voelen of te zien. Ik heb werkelijk een kwartier staan voelen en kijken, maar geen touwtje. Mijn tante had het verkeerde stukje van de afgeknipte tampon aan mij gegeven. Het stukje met het touwtje lag in de afvalbak. Vol schaamte heb ik mijn tante met veel moeite het stukje zonder touwtje uit mijn lichaam laten verwijderen. Ze is er zeker een half uur mee bezig geweest. Ik zal dit nooit meer vergeten. Wat gênant. Een paar maanden geleden is mijn tante gestorven. Men vroeg mij iets te vertellen wat ik me van haar herinnerde. Ik moest meteen aan het stukje zonder touwtje denken, maar besloot dit niet te vertellen. Het was te gênant om dit op een crematie te vertellen, maar het is een herinnering die ik altijd mee zal blijven dragen.

...

Op nummer drie staat Kate Schlingemann met haar gedicht Mijlpaal. Kate schreef een gedicht dat opviel door zijn frisheid. De toon, de opmaak en het originele einde hielden ons tot het laatst geboeid. Tip voor Kate: schrap de overbodige spreektaal die je af en toe gebruikt (voorbeeld strofe 1: laat staan dat jij het wel mocht horen) of verander het in ‘vreemdtaal, speeltaal’, wat niet hetzelfde is als onbegrijpelijke reuteltaal. Meer poëzie, bedoelen we eigenlijk te zeggen. Verken de randjes, de kieren, de lege ruimte onder-of-bovenin het huis. Daar leeft het. Wat? Precies. Dát.

3. Kate Schlingemann

Mijlpaal

toen je eindelijk begreep
waar wij zusjes over smoesden
nooit bedoeld voor broertjes oren
laat staan dat jij het wel mocht horen
heb je een besluit genomen

je kwam thuis
achter een doos
die je hoog hield
in je armen, trots

midden in de kamer zette je hem neer
nieuwsgierig als wij waren, pakten wij
scharen, messen, vingers scheurden
het karton van boven naar beneden open
we visten witte plastic zakken, prikten
onze nagels in de naden, haalden
alles open wat in onze hand en ogen
witte dikke watten leken, verrassing:

100 kilo maandverband! Jezus Pa!

achter je rug vandaan
toverde je ook nog een etuitje
de gordeltjes en clips daarin
moesten ouderwets tussen onze billen
helemaal naar voren, maar zoveel
details wilde je al niet meer horen

zodra het bloeden bij ons begon
gaf moeder ons een doos tampons
dat weekend, om mijlpaaldag te vieren
gaven wij een feest, en jij,
je was toch uitgenodigd, jij
bent niet geweest

(we plakten alle maandverbanden
tegen geluidsoverlast op de muur

van de garage en de schuur)

...

De eervolle vermelding gaat naar Marjon Zomer met ‘Warm’.  Wij vonden ‘Warm’ een goed geschreven verhaal met een degelijke opbouw, een mooie rustige toon en een onverwachte twist op het eind. Waarom dit verhaal niet bij de top 3 is geëindigd? Wij vonden het een beetje te vlak hier en daar. Tip voor Marjon: Laat die teugels af en toe vieren en vlieg als een hypomane geit door de bochten, girl! Daar zijn ze tenslotte voor. Die bochten dus.

3. Marjon Zomer

Warm

Er staan gele klompen op de mat. Bij ons komt iedereen achterom. Ze zijn van Geert.
Mijn moeder en hij zitten aan de keukentafel en lachen. De deuren van de bedstee staan open. Mijn moeder drukt ze dicht.
    'Vanochtend vergeten,' giechelt ze, en ze geeft Geert een knipoog.
    'Geef oom Geert eens een handje,' zegt mijn moeder.
    'Oom Geert?' vraag ik en ik duik weg. Op een haar na had ik een lebber te pakken. Mijn moeder is kwaad.
   'Oom Geert ja,' roept ze. 'En nou een handje geven!'
Ik ben bang voor Geert. Hij heeft lichtblauwe ogen, bruine tanden en hij kijkt eng. Langzaam loop ik naar de tafel. Ik steek mijn arm uit en zijn dikke vingers grijpen naar mijn hand.
   'Zo, Alida,' mompelt hij. Hij laat zijn ogen op mijn borst rusten. Hij kijkt te lang voor hij loslaat.
Ik vlucht naar mijn kamer. 's Avonds als we gaan eten is Geert weg.
Mijn moeder is nog steeds kwaad, ze gooit de borden op tafel. Luid rammelend komen ze langzaam tot stilstand.
  'Ik schaam me dood voor jou weet je dat? Raar kind dat je bent. Zo'n aardige man en moet je kijken hoe jij je weer aanstelt. Nee jongedame, zo waait de wind hier niet in huis. Als ik zeg dat je je nieuwe vader een  hand geeft dan doe je dat.'
   'Nie-nie-nieuwe vader?' stamel ik, en in mijn vel prikken duizend spelden. Mijn ogen prikken mee en ik knipper tegen de tranen. Mijn moeder smijt de pannen op tafel.
   'Zo'n hartelijke lieve man, en mevrouw staat het weer niet aan.' Ze negeert me en tijdens het eten en ook de rest van de avond is het ongewoon stil.
De volgende ochtend word ik wakker. Als ik naar de wc loop voel ik warm tussen mijn benen. Op het toilet schrik ik me dood. Allemaal bloed.
Met wc-papiertjes poets ik mijn kruis en de binnenkant van mijn benen en de toiletbril schoon. Ik vouw een dikke stapel toiletpapier voor in mijn onderbroek. Op mijn kamer sla ik de dekens van mijn bed terug; één grote rode vlek. Ik maak mijn bed op zoals als iedere andere ochtend. Tegen mijn moeder zeg ik er niks over.
Beneden kijk ik op het toilet in het kastje van de medicijnen of er maandverband ligt. Ik leg er één in mijn onderbroek, een andere prop ik in mijn zak.
's Middags als ik uit school kom zie ik de klompen van Geert staan.
Geel, met drie kruisjes erop.
Hij legt er katoenen damesverband in 'um de voetu woarm te holden'. 

...


Reacties