Herman Koch: ‘De Nederlandse literatuur is een Blanke Man’

Helaas, ook dit jaar laten vrouwelijke schrijvers het massaal afweten bij het schrijven van het Boekenweekgeschenk. Ondanks het feit dat Nederland barst van het vrouwelijk literair talent en de meeste lezers vrouw zijn, was er ook dit jaar (weer) geen enkele dame voor het klusje te porren. Slechts twee auteurs wisten er in de afgelopen 16 jaar tijd voor vrij te maken: Anna Enquist (2002) en Esther Gerritsen (2016). Ik besluit Herman Koch, schrijver van het Boekenweekgeschenk 2017, op te bellen en te vragen wat hij hier van vindt.

Kutklusje
‘Ik vind het een slechte zaak,’ antwoordt een duidelijk diep teleurgestelde Herman Koch. ‘Nu moet IK dat kutklusje weer opknappen, terwijl schrijfsters als Mensje van Keulen bijvoorbeeld, Margriet de Moor of Vonne van der Meer ook een grote staat van dienst hebben. Zij zouden, net als al die andere talentvolle vrouwelijke schrijvers wel eens wat meer verantwoordelijkheid mogen nemen. Ze tonen geen karakter, weet je. Je ziet het ook in het zakenleven of de politiek, waar vrouwen het altijd overlaten aan de Blanke Man. Ik weet niet wat het is met die wijven. Waar zijn ze dan zo druk mee, vraag ik me af. Kinderen? Koken? Mannen? Dakpannen beschilderen? Lekker makkelijk weer hoor, dames.’

Maar 29.000 woorden
‘En er zijn talentvolle vrouwen genoeg,’ buldert Koch verder, ‘daar ligt het niet aan. Ze drukken zich gewoon. Elk jaar weer. Wat ik maar zeggen wil: Nelleke Noordervliet, Helga Ruebsamen, Pauline Slot, Hanna Bervoets, Jannah Loontjens, Judith Koelemeijer, Susan Smit, Charlotte Mutsaers, Connie Palmen, Astrid Roemer, Vonne van der Meer, Franca Treur, Carolijn Visser, Frida Vogels, Sanneke van Hassel, Rosita Steenbeek, Maartje Wortel, Marie Kessels, Margriet de Moor, Wanda Reisel, Marja Pruis, Marente de Moor, Annelies Verbeke, Jessica Durlacher, Marion Bloem, Fleur Bourgonje, Paulien Cornelisse, Mensje van Keulen, Annejet van der Zijl, Joke van Leeuwen, Marieke Groen, Manon Uphoff, Elsbeth Etty, Joke Hermsen, Lieve Joris, etc, etc, wees volgend jaar nou eens een beetje sportief en zeg gewoon “ja” als ze je vragen. Het zijn maar 29.000 woorden, godbetert. Bij uitstek een vrouwenafstand. Het klinkt ook wijverig hé, "novélle". Dus, huppakee. Aan de slag. Zo moeilijk is het allemaal niet.’

Reacties