De bikiniman

Mijn dochter en ik zitten op een bankje voor het station te wachten op mijn zoon, die elk moment met de trein kan aankomen. Het zonnetje schijnt op onze koude lentehoofden, we babbelen wat, eten een broodje, en ik constateer tevreden dat als het leven mij af en toe van dit soort dagen toeschuift, ik het best te pruimen vind.
Dan mijn mobiel. FB Messenger. Ploink: Heb je je bikini al aan? Ploink: Mooi bikiniweer, vind je niet? Ploink: Wat ik zeg, bikiniweer. Ploink: Heb je hem al aan, ja, je bikini? Ploink: In de tuin? Ploink: Of heb je geen tuin. Ploink: Zit je met je bikini op je balkon? Ploink: Mooi toch. Ploink: Bikiniweer. Ik bekijk de afzender. Een oudere man met een woest wanhopige blik staart van onderen af geselfied in de camera. Ondertussen ploinkt hij lekker door. Over bikini’s. Nooit las ik het woord bikini zo vaak achter elkaar. Ik zie mijn vintage badpak met stippen voor me. Want ik heb niet eens een bikini. En na twee bevallingen, buikoperaties en een fiks myoom in mijn buik die over drie weken door dr Braat -geen grapje- in het UMC wordt weggebrand, gaat die er ook niet komen. Ploink: Is ie rood? Je bikini? Ploink: Of zwart. Ook mooi. Lekker weer hè? Ploink: Toch? Niet dan?

‘Je kunt mensen ook blokkeren hè,’ zegt de dochter. Ja, maar hoe. Thuis op de laptop lukt dat wel, maar hier met mijn mobiel in de zon snap ik er geen hout van. Ploink: Ben je al bruin? Ploink: In je bikini? Ik krijg moordneigingen. Alle wanhopige mannen met selfies van onderen af gemaakt moeten dood. Dan weer een ploink. Ik moet wat terugzeggen. Iets gemeens. Dat de wanhopige man nog wanhopiger wordt en hard huilend de FB berichtenbox verlaat. Met zijn kutbikini’s. Ik besluit de chat alvast te openen, dan komen de woorden vanzelf wel. Tegelijkertijd zie ik het vrolijke hoofd van mijn zoon oppoppen. Hij heeft een omgekeerde doos op zijn hoofd. ‘Ik ben er bijna,’ schrijft hij. 

De dochter naast me vraagt of ik een shaggie wil draaien. En of ik van de zomer een paar dagen mee wil naar Berlijn. Ik antwoord dat mij dit geweldig lijkt. In de auto vertelt zoon de overeenkomsten tussen Kierkegaard en The Matrix. En dat als je Kierkegaard goed leest, het helemaal niet zo deprimerend is. Misschien geldt dat ook voor de bikiniman. Is hij in werkelijkheid helemaal geen wanhopige man met onderkinselfies. Speelt hij er één. Stuurt hij die bikinishit gewoon vanuit zijn luie stoel bij een zwembad in Ventimiglia, terwijl zijn vrouw met een knijper op haar neus baantjes trekt. De bikiniman zwijgt. Misschien heeft zijn vrouw haar knijper eraf gezwommen, loopt al het water haar longen binnen en moet hij haar reanimeren. Heeft hij hulp nodig. Bikiniman, tik ik, bikiniman, heb je hulp nodig? Maar het blijft stil. 

Reacties