Jimi Hendrix heeft een zoon en zijn naam is Brian Pittar


Sinds vannacht weet ik dat Jimi Hendrix een zoon heeft. Dit kwam zo:

Meneer K en ik lagen een beetje te kletsen in bed en kwamen te spreken over het fenomeen ‘rondneuken’ en hoeveel kinderen er op de wereld zouden rondlopen die daar het gevolg van waren. Zo wist Meneer K bijvoorbeeld met een jaloersmakende stelligheid te beweren dat Jimi Hendrix aardig wat buitenechtelijke kinderen moest hebben.

‘Hoe weet jij dat nou?’ vroeg ik. ‘Want als dat zo vanzelfsprekend was zouden er net zo goed kinderen van jou kunnen rondlopen. Wij hebben allebei periodes in ons leven gehad dat we maar wat hebben rondgeneukt, net zoals zoveel mensen van onze generatie.’

Nou, meneer K wist wel zeker dat dit niet het geval was. Hij had altijd opgelet.

‘Misschien lette Jimi Hendrix ook wel op,’antwoordde ik een beetje geagiteerd, een staat van zijn die voornamelijk werd veroorzaakt door het feit dat het idee van een rondneukende meneer K me nogal jaloers maakte.

‘Waarom zouden door god gezonden gitaarhelden niet opletten, en jij wel,’ging ik verder, ‘dat is toch niet logisch?’ Ondertussen deed ik mijn ogen dicht, trok de dekens over mijn hoofd en hoorde vanuit een mist ergens achterin mijn hoofd een stem aanzwellen die met een ouderwets aardappel-engels accent de volgende zin herhaalde: ‘Who knows Brian Pittar? Who knows Brian Pittar? Who knows Brian Pittar?’

Okay. 1-0. Uitgemaakte zaak. Meneer K had gelijk. Jimi Hendrix heeft een zoon waar niemand van weet en zijn naam is Brian Pittar. Ik kwam overeind en ging hem gelijk googelen.

‘Wat doe je,’vroeg meneer K, ik dacht dat je ging slapen?
‘Eerst de zoon van Jimi googelen,’antwoordde ik.
‘Huh? Net was het allemaal onzin en nu heeft ie ineens een kind. Een zóón nog wel.’
‘Jazeker,’antwoordde ik met een jaloersmakende stelligheid, ‘en zijn naam is Brian Pittar.’
‘Hoe weet jij dat nou?’
‘Dat is me net verteld. Door een Engelsman.’

Afijn, ik vond allerlei Pittars: Eugene, Jack, Molly, een hond, een kinderboekenheld, een Poolse spion, een ‘seks-offender uit Canton die eigenlijk niet telt vanwege een D achter zijn naam, en zo nog wat Pittar(d)’s van over de hele wereld. Welke zou de zoon van Jimi zijn? Ik zocht op afbeeldingen en probeerde gelijkenissen te vinden, zocht in facebookbio’s naar hobbies als ‘gitaarspelen, ‘ukelele’ desnoods, maar vond niets.

Ik besloot dat ik twee dingen kon doen. Hier werk van maken, Brian opsporen, hem het nieuws vertellen, of alles laten voor wat het was.

‘Wat zou Jimi doen?’ vroeg ik aan meneer K, maar die sliep al. Ik besloot hetzelfde te doen. Misschien zou de Engelse stem terugkomen en me in de uitgebouwde wereld van de slaap vertellen waar Brian woonde. Binnen twee minuten sliep ik. Ik droomde dat ik in de Ardennen getuige was van een moord. Twee mannen sleepten een dood lichaam met een houthakkersblouse door een bos, een derde groef een gat. Op datzelfde moment belde de Vlaamse politie. ‘Dat is snel!’riep ik verheugd. ‘Het is net gebeurd. Ik heb alles gezien!’

‘Geweldig!’antwoordde de politieagent. ‘Beethoven en Bach zijn al de hele middag zoek, en iedereen is er ziek van!’

‘Hebben we het wel over dezelfde zaak?’vroeg ik vertwijfeld, ‘Ik zag namelijk maar één dode, en die zag er niet uit als iemand die Beethoven of Bach heette.’

Binnen een minuut stonden tientallen Vlaamse journalisten op de deur van mijn vakantiewoning te bonzen. ‘Waar is Beethoven, waar is Bach?’ riepen ze boos.

Ik antwoordde dat ik dat niet wist. En dat ze beter Brian Pittar konden gaan zoeken. Dat was pas nieuws.

‘Who the hell is Brian Pittar,’ riep iedereen. ‘De zoon van Jimi Hendrix,’schreeuwde ik terug.
‘Wat kan ons Jimi Hendrix schelen’, riep iedereen boos. ‘Wij willen Beethoven en Bach, de lievelingskippen van het dorp, terug!’

Daarna werd ik wakker. Meneer K stond breeduit lachend naast mijn bed.

‘Wat sta jij nou dom te lachen,’vroeg ik chagrijnig.
‘Lullen!’antwoordde meneer K. ‘Dat betekent het volgens google. Pitt is Zweeds voor lul. Pittar is het meervoud. Koffie?’

Reacties