Een dubbele kont




Dochter en ik doen onze oefeningen. Die van mij zijn zo minimaal, die zie je niet, maar de dochter pakt stevig uit. 'Dat komt,' zegt zij, 'omdat ik speciale oefeningen krijg voor 'festivals en fietsen'. Ik denk na over mijn dagelijkse oefeningen, symmetrisch liggend op bed met een stok in mijn handen terwijl ik heeeeel licht mijn buik, voeten, middenrif en billen aanspan. 'Festivals en fietsen’ ga ik daar nooit mee bereiken, maar gewoon een beetje normaal leven zou al leuk zijn. ‘Ik wil niet zien dat je iets beweegt!’ roepen mijn fysio's streng, elke keer als zij mijn oefeningen in het onzichtbare beoordelen. De Bugnet-methode. Dat klinkt als een appelbol. Werkt (hopelijk) als een tiet.

Ondertussen zwemt mijn dochter met brede arm-en-beengebaren door de kamer terwijl ik vanaf de bank met allerlei positioneringskussens mijn best doe om zó te zitten/liggen dat ik niet uit elkaar val. ‘Dit mag jij niet nadoen, hoor’ waarschuwt ze streng. Ik schud gespeeld bangig mijn hoofd. Natuurlijk ga ik dat niet nadoen. Ik ben niet gek. Mijn schouder zou al bij de eerste zwemslag uit zijn kom glijden. Dat is het kuttige van zo’n bindweefselaandoening. Naast dat ie wreed erfelijk is, is het een zieke poging van je botten en spieren om hard bij je vandaan te rennen terwijl jij de boel 24/7 krampachtig bij elkaar probeert te houden. ‘Blijf nou jongens, toe, zo erg is het hier nou toch ook weer niet?’ Bergen energie kost dat. Elke stap of beweging een strijd tegen mogelijk (sub)luxerende botten. Een dagtaak.

Dochter maakt al haar hele leven muziek en is momenteel met een producer een EP aan het opnemen. Ze laat me een van haar laatste liedjes horen. ‘Wat is je pijn op de schaal van één tot tien? Wat is je pijn op de schaal van één tot tien?’ De kamer vult zich met het heldere stemgeluid van mijn dochter, freaky geluidjes op de achtergrond, beetje disharmonisch, afgezet tegen een driestemmig engelenkoortje. Op sommige plekken valt de muziek ineens stil. ‘Daar komt nog een rapper bij, hoor, mam, het is nog niet af.’ Het ontroert me hoe tof ze hiermee omgaat. Narigheid omzetten in iets moois. Je ziet niets aan ons, op het oog zien wij er allebei compleet normaal uit. Ehlers-Danlos, Hypermobiliteitssyndroom (sinds maart 2017 HSD genaamd) , het zijn onzichtbare aandoeningen, vanbinnen echter hangen we met losse elastiekjes aan elkaar.

‘Hoe zal ik mijn EP noemen, mam, ik heb nog geen titel,’ mijmert de dochter voor zich uit. ‘Songs from Reade,’ grap ik. Zo heet het revalidatiecentrum in Amsterdam waar ze een paar keer per week naartoe moet. ‘Nou, mam, niet álles in mijn leven gaat daarover, hoor.’ Nee, natuurlijk niet, gelukkig niet. Ook dat bindt ons, naast het hebben van een onzichtbare aandoening; de kunsten. Zij met haar muziek, ik met mijn schrijven. ‘Als ik mijn muziek heb, heb ik verder niks nodig, mam,’ riep ze laatst enthousiast door de telefoon. ‘Het is eigenlijk net zoiets als religie!’ ‘Ja precies,’ antwoordde ik opgetogen, ‘er vallen alleen geen doden bij.’

Even later kopen dochter en ik, terwijl heel NL halfdood en oververhit in een bak water ligt, onderbroeken bij de Zeeman. We doorzoeken de bakken vol degelijk damesondergoed. No strings. Ik kan niet zo lang lopen en staan en voel mijn ongeduld groeien. ‘Zullen we anders een keer gewone onderbroeken meenemen?’ vraag ik hinkend van been op been terwijl ik een panterroze lapje stof omhoog houd. ‘Ben je gek!’ roept de dochter met een oververhit hoofd vanuit de onderbroekenbak, ik ga toch niet met een dubbele kont lopen!'  ‘Een wát?’ roep ik terug. ‘Een dubbele kónt,’ herhaalt ze geagiteerd. ‘Kijk, het is heel makkelijk mam, in een gewone onderbroek heb je twee konten, in een string één. Dus ik weet niet wat jij wil, maar ik ga niet met twee konten lopen als het ook met één kan.’ Ik staar naar de opblaaspalm boven mijn hoofd en vind het eigenlijk wel logisch klinken. ‘Maar ze zitten zo kut,’ sputter ik nog tegen.

Terwijl we vanuit het winkelcentrum naar de auto lopen kijk ik stiekem in een etalage naar mijn wiebelkont. Ok, het is een flinke kont, een behoorlijk flinke kont zelfs, maar ik ben toevallig dol op mijn kont. Een lekkere kont. Daar wil ik er best twee van hebben. Niet alles in mijn leven hoeft onzichtbaar te blijven, tenslotte.



Reacties