Revadiva



Revalidatie. Altijd lachen. Deze week bijvoorbeeld zat ik in een sportzaaltje op een stoel met mijn gezicht naar een wandrek gekeerd. Op aanwijzing van de fysio zat mijn neus zo dicht mogelijk tegen het rek aangedrukt. 
Net op het moment dat het ongemakkelijk werd besloot mijn fysio een kussentje te gaan halen voor mijn arm die het niet meer doet. Voor de volledigheid; zij liep weg en ik bleef zitten met een lamme arm in mijn hand.

De deur van het zaaltje stond open. Er liep een aardige meneer voorbij die bezorgd naar binnen keek. Het zag er ook raar uit natuurlijk. Ik kreeg een kleur. En nog een. Tegen de tijd dat mijn wangen zo roodpaars ongemakkelijk waren geworden dat ik medelijden met mezelf kreeg, kwam de fysio terug.

We startten de oefening die eruit bestond dat ik mijn handen op het rek moest plaatsen waarna ik de linkerhand licht moest aandrukken terwijl de ander een trekkende beweging maakte. Omdat ik mijn arm en schouder niet mag belasten was het de bedoeling dat ik dit zó zacht deed dat je er niks van zag. Radio 2 stond aan. Ik voelde me belachelijk. Revalidatie is een mooi ding, maar als je zo ijdel bent als ik een ramp, ik zweer het je.

Net toen ik dacht dat mijn hoofd een kleur had gekregen die nooit eerder was gedetermineerd schalde de vogeltjesdans door het zaaltje. Op datzelfde moment kwam een jongen het zaaltje binnen die stoere oefeningen begon te doen op een fitnessapparaat. Ik wilde één worden met het wandrek. Opgaan in de muur, de radio, whatever.

De vogeltjes dansten ondertussen zo fanatiek dat de veren door het zaaltje vlogen. Als ijdelheid een vulkaan was barstte hij op dat moment uit. Ik begon te lachen. De fysio lachte mee. Het kussentje dat mijn lamme arm ondersteunde viel op de grond. Toen moest ik nog harder lachen. De jongen keek ongemakkelijk naar ons, alsof wij in een andere zone zaten, en dat was ook zo. Ineens lagen de verhoudingen compleet anders, en het gekke was; juist door mijn trots zo keihard te verliezen kreeg ik hem op datzelfde moment driedubbel terug.

Ik reed zingend met één arm naar huis. Thuis deed ik de kachel aan en aaide de kat met twaalf gedachten die als een hondje op mij stond te wachten. Al met al was het nog best een vrolijke dag.


Reacties