Promoten. Pro-mo-ten. Soms spreek ik een woord langzaam uit,
kijk onnozel in de verte en wacht op associaties. Het komt zelden voor dat het
stil blijft. Zelfs na het uitspreken van een prozaïsch woord als put-dek-sel kan
ik uren zoet zijn met alles wat het in beweging zet. Nee wacht, stom voorbeeld
natuurlijk. Putdeksel is een geweldig woord. Zo spannend vind je ze zelden.
Sluit mij op in een putdeksel en ik ben weken zoet. Wat daar onder broeit! Ik
wil er niet aan denken. Nou, ik wil het wel, maar ik heb er geen tijd voor. Ik
moet mezelf promoten.
Gisteravond kreeg ik een google alert, dat ik te reserveren
ben. Bij Bruna. En voor de Belgen bij Doorbraak Boeken. Ik weet niet wat dat
laatste is, het klinkt als iets vreselijks met dijken, of menstruele monsterbloedingen
tijdens de overgang. Na reservering kun je me 18 oktober in de winkel ophalen. Dat
duurt nog een hele tijd, gelukkig, want dat wordt flink aanpoten voor mij. Ik
zal op meerdere plekken tegelijk moeten zijn om niemand teleur te hoeven stellen.
Op de snelweg ben ik vaak bang dat ik mezelf tegenkom,
rijdend in mijn vorige auto, een zilverkleurige Opel Corsa. Geen grap. Op een
dag is het zover. Mijn andere ik kijkt niet op of om, en haalt me in. Verder niks.
Er zijn ook variaties dat ik mezelf wél aankijk, maar die vind ik te eng, dus
daar ga ik het nu niet over hebben.
Pro-mo-ten. Ik zweer het jullie, er komt niks. Geen
associatie, nul, noppes. Misschien moet ik er meer in geloven. Durven. Mijn
plek in de wereld opeisen. Mezelf voorstellen dat ik met mijn boek langs de
deuren ga. Aanbel zelfs.
Een zwarte labrador doet open. Zijn bril staat scheef op
zijn hoofd. Hij vraagt wat ik kom doen. Ik kom een slapende tuin promoten, zeg
ik. Wat kan ik daarmee, vraagt de hond. Eten? Spelen? Nee, lezen, antwoord ik. 306
bladzijden. Reserveren en lezen.
306? De hond begint nu hard te lachen. Vraagt of ik wel goed
bij mijn hoofd ben.
Wat doe je dan met die bril op je hoofd, idioot, roep ik,
als je toch nooit leest. De hond houdt zijn gezicht dicht bij het mijne, hij
stinkt. Die bril is een schild, zegt hij. Een schild tussen mij en de anderen. Heb
je Sartre nooit gelezen? Tuurlijk heb ik Sartre gelezen, antwoord ik chagrijnig,
en dender het tuinpad af.
Ik heb je trouwens gereserveerd, hoor, roept de labrador me
na. Gisteravond al, om niet achter het net te vissen, straks, met al die
papiertekorten tegenwoordig. Leuk he, voor je. Het ging heel makkelijk. In een
paar klikken, floep. Ik kan je 18 oktober op komen halen in de winkel. Vind je
het leuk om mee te gaan?
Ik knik, ja best wel. Nou, dan zie ik je 18e,
zegt de hond, gaan we je gezellig samen ophalen. Blijven jullie eten?
Reacties
Een reactie posten